Dan zijn we nu aangekomen bij het laatste deel in deze serie. Ik heb jullie even laten meekijken in het leven van iemand die verslaafd is. Natuurlijk is dit maar een klein deel van wat er allemaal is gebeurd en wat ik ook op papier heb gezet. Maar het laat wel zien, dat als je eenmaal verslaafd bent, je vaak in een kringetje rond draait. Geen uitweg meer ziet. Geen enkele verslaafde kiest dan ook voor zo’n leven.
Er wordt vaak gezegd, “dan stop je er toch mee”, maar zo simpel is het niet. Het is ook geen keuze die je hebt gemaakt. Niemand kiest vrijwillig voor zo’n leven, zo van: “Wat wil jij later worden?”. “Nou, ik word een verslaafde, lijkt mij leuk”.
Maar hoe is het nu verder gegaan naar die bewuste opname in de kliniek? Om een lang verhaal kort te maken, niet lang daarna ben ik dakloos geworden en heb nog ongeveer anderhalf jaar over straat gezworven. Toen ik dakloos werd dacht ik eerst nog dat het best leuk zou kunnen zijn. Ik was als kind altijd al een fan van Swiebertje en zo zag ik het toen ook. Geloof mij, het heeft totaal niks met die serie te maken. Het leven op straat is vaak bikkelhard. Vooral in de wintermaanden als het erg koud is. Maar ik heb er ook een hele hoop van geleerd. Als je vanaf die positie naar de mensen kijkt, leer je eigenlijk wat echt belangrijk is. Ook als je op straat leeft heb je altijd een paar vrienden, en dat is belangrijk. Iemand, die als het koud is een deken met je deelt, of iets te eten of natuurlijk een slok uit de fles. Dat is waar het omgaat. Een vriend die bereid, om dat wat hij heeft met je te delen.
Ik ben naar vele omzwervingen uiteindelijk in Duitsland terecht gekomen. Helemaal in de war, ben ik daar een paar keer van de straat geplukt en met een gerechtelijk besluit 6 weken opgenomen geweest in een gesloten kliniek om af te kicken. Uiteindelijk hebben ze mij in Bremen naar zo’n periode een therapie aan geboden die ik met beide handen heb aangegrepen. Naar een therapie van drie maanden heb ik daar een periode van anderhalf jaar in een overgangshuis doorgebracht. Ondanks dat ik geen verblijfsvergunning had voor dat land en niet was verzekerd, hebben ze dat allemaal voor mij gedaan en betaald. Ze hebben mijn leven gered om het zo maar eens te zeggen. En sindsdien leef ik middelenvrij.
Ben uiteindelijk eind 1989 terug gekomen naar Nederland met alleen een koffer vol kleren en een dosis nieuw opgebouwd zelfvertrouwen en heb mijn leven weer op de rails gezet. Ook dat is een niet zo’n makkelijke periode geweest. Je loopt heel snel vast in de bureaucratie. Maar uiteindelijk is het gelukt.
Een vraag die bij mij al langer speelt is de volgende: mag je iemand die in zo’n verwarde toestand als ik toen was, maar even tegen zijn wil voor een periode verplicht laten afkicken? Mij heeft dat mijn leven gered. Ik zag, toen ik dronk, helemaal niet meer wat er precies aan de hand was. Ik kon tijdens het afkicken, hier in Nederland, als ik het moeilijk kreeg gewoon weggaan. In Duitsland kwam ik dan op een gesloten afdeling, tot de moeilijkste fase voorbij was. Pas naar zes weken werd aan mij gevraagd of ik therapie wou doen. Het werd mij dus pas gevraagd op het moment dat ik weer een beetje mijn verstand bij elkaar had.
Hoe het zo is gekomen. Ik heb er natuurlijk zelf ook al heel lang over nagedacht, en eerlijk, ik kan niet zomaar de vinger erop leggen. Zo simpel is het ook niet. Het is een combinatie van factoren, volgens mij. Voor een deel is verslavingsgevoeligheid erfelijk. Het is dus genetisch bepaald. In de ene familie komt het meer voor als de andere. Daarnaast spelen sociale omgeving en je opvoeding een rol. Het is niet aan een ding op te hangen. Ik weet wel dat ik op jonge leeftijd dus 12, 13 jaar al mijn eerste pilsje dronk. Het was op de bruiloft van een oom en tante. Het gaf mij een echt goed gevoel. Ik hoorde bij de grote mannen. Dat vond ik fantastisch. En daarbij komt ook nog dat ik het gelijk lekker vond. Toen ik zestien was, kwam ik in een groep vrienden terecht die veel dronken. Beviel mij eigenlijk prima. Maar toen begon ik al een beetje op te vallen. Dronk al meer dan de rest en kon ook heel erg moeilijk stoppen. Maar doordat ik zoveel kon drinken, dwong ik wel respect af en dat voelde goed. Kwam voor het eerst met de verslavingszorg in aanraking toen ik achttien was. Vanaf dat moment is het vallen en opstaan geweest met de drank. Ik had het niet van mijzelf geaccepteerd dat ik een verslavingsprobleem had. Ik wou en moest sociaal kunnen drinken net als iedereen. Dat werd bijna mijn levensopgave. En langzaam maar zeker gleed ik steeds verder af. Dus volgens mij is er nooit een reden maar een combinatie van omstandigheden geweest.
Rest alleen nog de vraag, hoe ik het nu doe, zo zonder een druppel. Ten eerste besef ik goed dat ik een verslavingsprobleem heb, ik kan met bepaalde middelen niet omgaan, dus niet doen. Ten tweede heb ik mijn leven over een andere boeg gegooid, gemakkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Ik doe nu dingen die ik belangrijk vindt. Dingen die mij een voldoening geven. Wat een ander er van vindt is minder belangrijk voor mij geworden. Ik durf een risico te lopen om een doel te bereiken en mag ook fouten maken. Fouten zijn menselijk en ook ik ben maar een mens. Til er niet te zwaar aan. Niet geschoten is altijd mis. En maak je geluk niet afhankelijk van factoren van buitenaf. Makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan, ik weet het.
Een paar punten die het leven makkelijker maken:
1. Ik ben net zo veel waard als ieder ander mens, of hij nou een president of bedelaar is. Veel
belangrijker dan aanzien geld of macht zijn hartelijkheid, warmte en humor.
2. Ik accepteer dat ik fouten heb en fouten maak, net als ieder ander mens.
3. Ik geef naar mezelf en anderen toe dat ik niet alles weet.
4. Ik accepteer mezelf met al mijn tekortkomingen en streef er niet naar perfect te zijn of te
lijken.
5. Ik ga onaangename situaties en problemen niet uit de weg maar pak ze aan.
6. Ik besef me dat er altijd mensen zullen zijn die het niet eens zijn met de manier waarop ik
iets aanpak, ook als ik zelf voel dat wat ik doe goed is.
Mocht je nu nog met een vraag zitten, stuur gewoon even een mail.